Maria van een Calvarie

Raak me niet aan, kijk naar mij, geef aandacht

Ik vertel je zwijgend mijn leven, hoor

Wat ik reeds moest doorstaan, leed, door en door

In albast gehouwen, pure ambacht

Raak me niet aan, kijk naar mij, geef aandacht

Ik roep je met mijn stenen ogen, zie mij

Open je hart, loop mij toch niet voorbij

Voor jou hou ik hier al eeuwen de wacht

Raak me niet aan, kijk naar mij, geef aandacht

Het verhaal in de vouwen van mijn kleed

Oeverloos bekeken, mijn stille kreet

Raak mij niet aan, kijk naar mij, geef aandacht

Denk aan mij zolang ik hier sta voor jou

Fluister dan stilletjes: ‘Ik hou van jou.’

Daar ben ik van overtuigd

Overtuigingen zijn rare beestjes. Het zijn ideeën, opvattingen of beschouwingen over van alles en nog wat. Het is iets waar iemand in gelooft en dus … van overtuigd is. Sommige mensen houden heel erg vast aan hun overtuigingen, anderen zijn makkelijker van het tegendeel … te overtuigen.

Overtuigingen komen in alle mogelijke maten en kleuren, maar vaak wordt toch het onderscheid gemaakt tussen beperkende overtuigingen en vermogende overtuigingen. Wat het verschil is, vinden we in de benaming terug. De eerste vorm belet ons onze doelen te behalen, de tweede vorm stimuleert ons ertoe.

Overtuigingen, zeker de beperkende versie, komen ook vaak in de vorm van vooroordelen. Bv. zoiets in de vorm van: ‘Dat is mij nog nooit gelukt, dus ik ga dat nooit kunnen’ of ‘Franse auto’s roesten sneller’.

Overtuigingen kleuren ons als mens, ze geven in een zekere mate weer wat we in ons leven al beleefd hebben, of misschien beter hoe we het beleefd hebben. Het zijn immers vaak objectieve feiten die tot onze eigen subjectieve ervaringen en overtuigingen leiden.

Fortuinen zijn er al gespendeerd om coachingsgewijs of anderszins van hinderende, belemmerende overtuigingen af te geraken of ze om te zetten in vermogende overtuigingen. En wellicht zo ons wereldbeeld te veranderen, of toch minstens de manier waarop we naar de realiteit kijken en er in staan.

Overtuigingen kunnen ons helpen of tegenwerken, maar ze maken inherent deel uit van waar we komen, waar en wie we zijn en waar we naar toe gaan. Belemmerend of vermogend, positief of negatief, aangenaam of juist heel lastig, whatever. Overtuigingen maken deel uit van wie we zijn en we hebben ze nodig, daar ben ik van overtuigd!

Sensorisch bloggen

Gewoonlijk ontwaak ik in mijn hoofd. Het eerste dat mij treft bij het ontwaken, spontaan of door de wekker geïnitieerd, zijn ideeën en gedachten. Langzaam rijpt wat de nacht gebracht heeft of de dag (al dan niet hopelijk) zal brengen. Tot ik de vraag kreeg: ‘Wat is het eerste dat je ’s ochtends gewaar wordt als je ontwaakt?’.

Het klinkt wellicht vreemd, maar ik programmeerde die vraag als het ware als een nieuwe, eerste opdracht voor de volgende morgen. Je moet je als het ware op voorhand bewust zijn bij het ontwaken dat je je bewust moet zijn om te voelen wat je voelt. Klinkt toch redelijk complex om de dag mee aan te vatten, niet?

En toch, het lukte. Ik werd wakker, de ogen gesloten en nog geen idee van hoe laat het was – alhoewel het onbewuste me influisterde dat het niet ver van de verplichte ontwaaktijd verwijderd was – begon ik te voelen wat ik voelde. De intieme warmte van het echtelijk bed, de uitgespreide genegenheid als gloed onder het dons. De diepe ademhaling van mijn geliefde, de eerste ochtendgeluiden die me bereiken door het openstaande slaapkamerraam, de eerste toeter van een auto en het gekwetter van de tuinvogels, alles laat me – de ogen nog steeds gesloten – beseffen dat een nieuwe dag is aangebroken. 

Ik sta op en de slaaproes maakt plaats voor de nieuwe ochtend en met een nog licht aanwezige instabiliteit daal ik de trap af naar de leefruimte. Het frisse parket helpt me verder te ontwaken. Op automatische piloot zet ik de nespresso-machine in gang. Samen met de klank van de radio vult het aroma van de koffie de leefruimte. Een nieuwe dag breekt aan.

Rode Zoom-oortjes

‘Zoom-meetings zijn zo saai!’ hoorde ik iemand iets verder op in het café zeggen. Wat bij mij de reactie ‘Ik denk het nie!’ ontlokte.

Laat me dit verder toelichten. Uiteraard zijn Zoom-meetings, en bij uitbreiding de meeste meetings die langer dan 15 minuten duren en via het één of het ander elektronisch medium plaatsvinden, vooral bij gebrek aan écht menselijk contact vaak saai en weinig inspirerend. Zoom, Teams, Skype, … ze hebben ons leven dan wel gered gedurende deze barre pandemieperiode, they can’t beat the real thing.

Maar een groot voetballer zei ooit: ‘Elk nadeel heb z’n voordeel’. En zo is dat ook met Zoom-meetings, zeker als ze wat langer duren én de host zo attent en aandachtig is om af en toe een pauze in te bouwen. Want daar ligt vaak wat te ontdekken. Er zijn namelijk vaak deelnemers die wel eens hun microfoon vergeten af te zetten. Het beeld onbedoeld laten opstaan gebeurt wellicht zelden, maar de microfoon … En zo hoor je nog wel eens wat. Het kan wat onbestemd gerommel zijn, geschuifel met papieren of wat gesteun en gezucht. Maar evengoed hoor je een conversatie die helemaal niet voor jouw oren, of van die van iemand anders in de virtuele vergadering is bedoeld. Kan leutig zijn. Maar echt interessant wordt het als er zich gesprekken of discussies ontspinnen over de meeting zelf, of over één of meerdere deelnemers. Of over ‘de baas’. Wat je allemaal nog zou kunnen horen, laat ik verder graag over aan de verbeelding van de lezer, al kan ik hierbij meegeven dat de realiteit soms de verbeelding overstijgt.

Dus, moraal van het verhaal. Voorzie je bij lange Zoom-meetings van voldoende spijs en drank en zit de pauze uit voor je computer, microfoon en camera uit, maar je geluid wel aan. Je kan zo nog wel eens iets te weten komen, of voor de schrijvers ondertussen, weer inspiratie vinden voor een nieuw stukje.

Het voedselagentschap

Geruime tijd al was de spanning in het keukenteam te snijden. Covid- en andere uitvallers, te weinig personeel tout court, mogelijk vertrek van de chef zonder zicht op vervanging, het droeg allemaal niet bij tot een sereen keukenklimaat. En ik hoor het de chef enkele dagen geleden nog zeggen: ‘Het is te hopen dat we nu geen controle krijgen van het voedselagentschap!’.

Vanochtend hadden we prijs. Iets over negen meldden twee dames zich aan als controleurs van het ‘Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen’ zoals de in de wandelgangen voedselagentschap genoemde organisatie officieel heet. Fier hun aanstellingsbewijs presenterend, vroegen ze naar de keukenverantwoordelijke en of het mogelijk was de keuken en de belendende ruimtes zoals stock, diepvriezers, koelkamers, … te bezoeken. Terwijl elke vezel in mijn lijf scheeuwde: ‘Nee kiekens, nu niet. We zitten hier al behoorlijk in de shit en nu komen jullie hier nog een schepje, of zeg maar schep, bovenop doen!!!’, zei ik met een minzame glimlach: ‘Natuurlijk dames, volgt u me maar’. 

Ondertussen trad ook de interne noodcommunicatie als een perfect geoliede machine in werking, ttz. iedereen werd verwittigd dat de madammen van het voedselagentschap ‘in the house’ waren, wat dus betekende als je er niet nodig was, uit de keuken wegblijven, geen koffie- of andere kletsjes houden in de keuken of in de buurt ervan en als het toch echt nodig was de keuken te betreden, dit te doen op een correcte manier (dus ook met haarnetje), langs de juiste deur, …

Het leven van alledag in de residentie ging uiteraard zijn gewone gangetje, maar toch hing er iets zwaars, iets ondefinieerbaars in de gangen. Was het een stilte voor de storm? Zouden door de drukte en stress cruciale controles over het hoofd gezien zijn? Het is niet omdat het eten alle dagen geweldig lekker is en er geen mensen ziek worden, dat alle regeltjes perfect gevolgd zijn. Terwijl de ochtend met alle rapporteringen en grote en kleine dagelijkse besognes gewoonlijk voorbijvliegt en de soep al wordt gebracht terwijl je denkt dat het nog maar half elf is, duurde die ochtend elke seconde een minuut, elke minuut een uur, de tijd vorderde tergend traag. 

Plots waren daar toch wat voetstappen en stemmen die richting de deur gingen. Zonder dat ik alles kon verstaan, klonk de toon van het gesprek en het afscheid toch opgewekt. Iets later verscheen het lachende gezicht van mijn chef-kok in de deuropening van mijn kantoor, wapperend met het verslag met als resultaat ‘Gunstig zonder opmerkingen’. Wel, daar kan ik nu instant en intens blij van worden …!