Geruime tijd al was de spanning in het keukenteam te snijden. Covid- en andere uitvallers, te weinig personeel tout court, mogelijk vertrek van de chef zonder zicht op vervanging, het droeg allemaal niet bij tot een sereen keukenklimaat. En ik hoor het de chef enkele dagen geleden nog zeggen: ‘Het is te hopen dat we nu geen controle krijgen van het voedselagentschap!’.
Vanochtend hadden we prijs. Iets over negen meldden twee dames zich aan als controleurs van het ‘Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen’ zoals de in de wandelgangen voedselagentschap genoemde organisatie officieel heet. Fier hun aanstellingsbewijs presenterend, vroegen ze naar de keukenverantwoordelijke en of het mogelijk was de keuken en de belendende ruimtes zoals stock, diepvriezers, koelkamers, … te bezoeken. Terwijl elke vezel in mijn lijf scheeuwde: ‘Nee kiekens, nu niet. We zitten hier al behoorlijk in de shit en nu komen jullie hier nog een schepje, of zeg maar schep, bovenop doen!!!’, zei ik met een minzame glimlach: ‘Natuurlijk dames, volgt u me maar’.
Ondertussen trad ook de interne noodcommunicatie als een perfect geoliede machine in werking, ttz. iedereen werd verwittigd dat de madammen van het voedselagentschap ‘in the house’ waren, wat dus betekende als je er niet nodig was, uit de keuken wegblijven, geen koffie- of andere kletsjes houden in de keuken of in de buurt ervan en als het toch echt nodig was de keuken te betreden, dit te doen op een correcte manier (dus ook met haarnetje), langs de juiste deur, …
Het leven van alledag in de residentie ging uiteraard zijn gewone gangetje, maar toch hing er iets zwaars, iets ondefinieerbaars in de gangen. Was het een stilte voor de storm? Zouden door de drukte en stress cruciale controles over het hoofd gezien zijn? Het is niet omdat het eten alle dagen geweldig lekker is en er geen mensen ziek worden, dat alle regeltjes perfect gevolgd zijn. Terwijl de ochtend met alle rapporteringen en grote en kleine dagelijkse besognes gewoonlijk voorbijvliegt en de soep al wordt gebracht terwijl je denkt dat het nog maar half elf is, duurde die ochtend elke seconde een minuut, elke minuut een uur, de tijd vorderde tergend traag.
Plots waren daar toch wat voetstappen en stemmen die richting de deur gingen. Zonder dat ik alles kon verstaan, klonk de toon van het gesprek en het afscheid toch opgewekt. Iets later verscheen het lachende gezicht van mijn chef-kok in de deuropening van mijn kantoor, wapperend met het verslag met als resultaat ‘Gunstig zonder opmerkingen’. Wel, daar kan ik nu instant en intens blij van worden …!